Overslaan en naar de inhoud gaan
ijsselid-logo
Menu
Terug naar de zoekpagina
01-04-2014 Artikel

Lezing: Plannen maken in de IJsselvallei

Samenvatting van de lezing 'Plannen in de IJsselvallei' die Huub Hooiveld, strategisch adviseur ruimtelijke ordening bij de gemeente Apeldoorn en (in een breder verband) bij de Regio Stedendriehoek, hield op verzoek van IJsselID. Dat was op 14 april 2014 in de Steeg en op 16 april in Zwolle.

Hier een PDF van de slides van de lezing

Inleiding
Hoewel iedereen bij plannen maken vooral gespitst is op plannen en de gevolgen daarvan voor de eigen omgeving, ging Hooiveld vooral in op de achtergrond van het plannen maken.

Het betoog ging achtereenvolgens over de volgende vier onderwerpen:
1. Plannen maken?
2. Trends & ontwikkelingen
3. Er is niets zo veranderlijk als een plan!
4. Nieuwe plannen voor een nieuwe tijd

Plannen maken?

(Ruimtelijke) plannen maken staat gelijk aan ruimtelijke ordening. Daarvan is de essentie: de overheid kiest de bestemming van een gebied, rekening houdend met alle behoeften en wensen; dat is nodig om conflicten te voorkomen. Toch is er waarschijnlijk geen werkveld waarbij er meer conflicten zijn dan in de ruimtelijke ordening. Misschien ook omdat de overheid - hoezeer die ook overzicht heeft en belangen weegt - soms ook zelf belanghebbende is en mede moet beslissen op basis van politieke afwegingen. Het belang van de overheid is bovendien vaak ook financieel, denk aan de grondpolitiek.
Door die politieke afweging kan een plan ook veranderen, bv de uitbreiding van Steenbrugge in Deventer. Die was over de Wechelerweg voorzien, maar werd tegengehouden door een nieuwe coalitie, met Groen Links in dit geval.

Ondanks deze tekortkomingen zijn we goed in ruimtelijke ordening, want we kennen nauwelijks 'Belgische toestanden'. Wij houden van orde! Dat moet ook wel, want op het kleine oppervlak spelen veel belangen. Ons planningssysteem is wereldberoemd.

Planning heeft drie invalshoeken:
* Planners zijn met onderzoek bezig (trends, prognoses)
* Planners zijn proceduregericht; denk aan bestemmingsplannen en (bouw)vergunningen
* Planners zijn met de uitvoering inclusief bijvoorbeeld participatie etc. bezig.
Planners richten zich soms ook op die onderscheidende accenten. Eigenlijk zouden ze alle drie de accenten moeten kunnen bedienen, maar in de praktijk is vaak sprake van een zekere mate van specialisatie..

Trends en ontwikkelingen

Dit zijn belangrijke trends waar plannenmakers zich mee bezig houden:
* Demografie: De bevolkingsontwikkeling kenmerkt zich door verkleining van het aantal personen per huishouden (we komen in de buurt van de 2 personen per hh.), maar kent daarentegen grotere woningen. Er is sprake van toenemende vergrijzing (maar we zijn langer gezond) en op veel plaatsen krijgen we te maken met 'bevolkingskrimp', de groei is eruit. Overigens is het beeld over groei/krimp per gemeenten verschillend, zo ook in de IJsselvallei.
* Zowel de automobiliteit als ook de digitale mobiliteit groeien. Dat, en andere factoren, zorgt mede voor een leegstand van kantoren. Wat je ook ziet is dat trends elkaar sneller opvolgen. De groei van de automobiliteit is al meer dan vijftig jaar gaande, terwijl internet de wereld in pakweg tien jaar compleet heeft veranderd. De voorspelbaarheid van trends neemt af.
* Het wordt steeds 'gewoner' dat het werk het wonen volgt: bedrijven zijn op zoek naar omgevingen waar ze de juiste werknemers treffen. Regio's waar het goed wonen is, nemen toe aan populariteit. Zo biedt de ring van regio's rondom de Randstad een aantrekkelijk vestigingsmilieu. We noemen dat "Midsize Utopia". De IJsselvallei ligt daar ook in. Het gaat om het voordeel van stedelijk wonen en werken en het landelijk gebied binnen bereik: het beste van twee werelden.
* Creatievelingen maken steeds vaker de stad. Zoals bijvoorbeeld in het Havenkwartier Deventer. Kunstenaars, ZZP'ers en tijdelijke vormen van gebruik hebben dit gebied betekenis gegeven voor de stad. Een aantal van die pioniers investeert er nu ook en het gebied is interessant voor creatieve bedrijven.
* Het platteland verandert. Naast de grootschalige, intensievere landbouw voor de wereldmarkt, zien we ook extensievere en meer duurzame vormen ontstaan, zoals bijvoorbeeld de Natuurderij Keizersrande van Stichting Ijssellandschap. Niet perse kleinschalig overigens, maar wel minder dieren per hectare en vaak op meer biologische leest geschoeid. Een derde richting is die van verbrede plattelandsontwikkeling, 'consumenten'-landbouw of andersoortige initiatieven zoals zorg en recreatie.
* Recreatie is sowieso een grote groeier als het gaat om ruimtegebruik. We recreeren graag en dat moet steeds groter en luxer.
* Klimaatverandering (waterveiligheid) en duurzaamheid. De laatste tijd weer heel actueel in de ruimtelijke ordening. We zoeken ruimte voor water, proberen "hittestress" in steden te voorkomen en zien steeds meer initiatieven van duurzaam bouwen. Zoals bijvoorbeeld het project Aardehuis in Olst

Samengevat
* We zien nieuwe ruimtevragen
* Ons gedrag verandert
* Plannen maken gaat over ontwikkelingen uitlokken, bijsturen dan wel tegengaan
* Maar hoe maakbaar is de samenleving?

Niets is zo veranderlijk als een plan!

Ruimtelijke ordening kent ook modes en vormt een resultaat van het denken van die tijd. Denk hierbij aan: jarendertig woningen, de hoogbouw-met-openbaar-groen (CIAM) uit de jaren zestig, de bloemkoolwijken uit de jaren zeventig, begin tachtig en Vinex van de afgelopen periode.
Het zijn modes.
Plannen zijn soms ook te ambitieus: Deventer dubbelstad (zie ...) en opvattingen daarover veranderen. Grachten worden gegraven, gedempt en weer open gemaakt. 'Stukjes' snelwegaansluiting voor nooit gerealiseerde trajecten (bv Dieren - Zwolle) liggen nog als relicten in het landschap. De EHS en robuuste verbindingen zijn groots opgezet en worden door de tijd telkens afgeschaald in omvang en beoogd eindresultaat.
De economie kan ook tegenzitten: het niet doorgaan van de IJsselsprongen bij Zutphen en Deventer en de aanpassing van de Bypass Kampen zijn hier voorbeelden van.

De meeste plannen worden niet uitgevoerd en dat is maar goed ook! Plannen raken soms achterhaald door een nieuwe manier van denken en doen. Of plannen moeten worden bijgesteld of verdwijnen geruisloos, met als het goed is, niet teveel trauma's of katers.
Toch heeft plannen maken nut. Om te agenderen, debat uit te lokken, te inspireren, te studeren of functies te combineren. Zo hebben de regionale plannen voor de IJsselsprongen bij Deventer en Zutphen wel de discussie op gang gebracht over ruimte voor de rivier. En dat heeft uiteindelijk geleid tot betere plannen bij beide steden die op meer draagvlak kunnen rekenen.

Nieuwe plannen voor een nieuwe tijd

Tegenwoordig worden 'olifantspaadjes' (fietsers en voetgangers kiezen letterlijk hun eigen weg) niet meer belemmerd of verijdeld, maar ingepast;
We maken meer gebruik van de vindingrijkheid en m.n. het initiatief van bewoners en belangengroepen.
In de ruimtelijke ordening hebben we het nu over uitnodigingsplanologie, d.w.z. het initiatief staat centraal en niet de regel. Ook komen er nieuwe partijen, denk aan energiecooperaties, CPO, stadslandbouw, of bedrijven. De ontwikkeling van het dorpshart in Twello vindt plaats onder aansturing van de Rabobank. Bij het Klimaatpark IJsselpoort bij Rheden is Natuurmonumenten de lead-partij bij gebiedsontwikkeling.
De overheid zelf maakt een omslag. Faciliteren, denken in kansen, co-creatie en loslaten zijn de nieuwe trefwoorden. Van regels naar 'verleiden' en meer globale regels. Een voorbeeld is het Apeldoorns Landschapskookboek. Geen beleidskader, maar inspiratiekader. Bedoeld om partijen die iets willen ontwikkelen kennis van het landschap te geven en ingredienten aan te reiken voor meer ruimtelijke kwaliteit. Inspiratie i.p.v. 'het rode potlood'. En dat werkt! Het helpt bovendien voor trots zijn op je eigen dorp of streek.
We zien minder 'vinex-uitleg, maar organische ontwikkelingen (bijv. de ontwikkeling van het Havenkwartier), herbestemming (Koelhuis Zutphen, etc.) en het mogelijk maken van tijdelijke invulling met ruimte voor zelfbeheer.
Daarmee krijgt de planoloog ook een positie en taak zoals in het schema (zie in de rechtermarge) aangegeven. Niet eerst een plan maken en dan wachten op realisatie. De planoloog brengt plannen, partijen en geld bij elkaar. Hij/zij is een verbinder en moet meer dan eerder het gehele speelveld benutten en beheersen. De drie genoemde invalshoeken moeten minder specialistisch worden ingestoken, maar dienen in samenhang het plannen passender te maken in de huidige en toekomstige tijd.